BT4 Workshop 7 – Aantekeningen

Sportpsychologie voor basketballers – Luc van Ommen

Vraag: Wie doet er aan mentale training?

  • Mindfullness (Jerome de Vries met UBALL)
  • Concentratiecirkel voorafgaande aan de trainingen (Giorgio met BA RTC Noord)

Warming-up

Oefening: Aanwezigen (15 personen) geven een bekertje water door.

De eerste keer doen we dit in 53 seconden. Er staat nog geen druk op om een doel te behalen. De tweede keer stellen we het doel om dit in 42 seconden te doen. Het lukt ons om dit in 37 seconden te doen. Omdat we een beetje hebben gemorst kwamen er 3 seconden bij. Het doel is behaald.

Het verschil tussen de eerste – en tweede keer is dat er de tweede keer een duidelijk doel was gesteld; iedereen was bewust bezig het sneller te doen dan de eerste keer.

Oefening: Gezamenlijk een hoepel naar beneden brengen en op de grond leggen.

Voorwaarden:

  • Met twee vingers de hoepel ondersteunen
  • Altijd contact met de hoepel behouden

Filmpje

Nederlands hockeyteam over mentale weerbaarheidstraining ter voorbereiding op een World League toernooi in Argentinië. Met o.a. bondscoach Max Caldas en hockeyspeler van Seve van Ass aan het woord.

Wat is nodig voor een topprestatie?

  • Talent
  • Training
  • Voorbereiding
  • Faciliteiten
  • Mentaal
    • Weerbaarheid
    • Afleiding
    • Spanning controleren (ontspanning/ energizing)
    • Bewustwording (registratie)
    • Zelfvertrouwen (gedachtetraining)
    • Motivatie (doelen stellen)
    • Concentratie (taakconcentratie)

Ton Boot

Met 20% inspanning behaal je doorgaans 80% van je resultaat. Voor de overige 20% resultaat is 80% inspanning nodig.

Waarmee komt een sporter bij een metaal trainer?

Antwoorden van de aanwezigen:

  • Omgaan met tegenslag in voorbereiding naar een groot evenement
  • Boosheidcontrole
  • Omgaan met externe druk (fans, sponsoren)
  • Blessures (frustratie wanneer een blessure langdurig is)

Aanvulling van Luc:

  • Training gaat beter dan wedstrijd
  • Te veel spanning tijdens een wedstrijd
  • Moeilijk met tegenslagen om kunnen gaan
  • Niet kunnen omgaan met afleiding
  • Niet scherp zijn tijdens een wedstrijd

Omgaan met wedstrijdspanning

Presentatieoefening

Vraag: Wat is het meest schaamtevolle moment dat je als coach hebt meegemaakt?

Signalen van spanning:

  • Lichamelijk (snellere hartslag, gespannen spieren, droge mond, etc.)
  • Gevoel (boos, bedroefd, bang)
  • Gedachten (alles moet goed gaan)
  • Gedrag/ neiging tot gedrag (verkeerde beslissingen nemen, te snel schieten)

Technieken om spanning te verminderen

Ademhalingsoefeningen

  • Rust/ ontspanning
  • Verplaatst de aandacht
  • Meer zuurstof

Ademhaling vanuit je buik

  • Rechtstreeks via ontspannen spieren (progressieve spierrelaxatie van Jacobsen; ontspannen na aanspannen)
  • In rust heb je slechts 6-8 ademhalingen per minuut nodig om normaal te kunnen presteren
  • Door te snel adem te halen wordt de balans tussen zuurstof en koolzuurstof verstoord

Progressieve spierrelaxatie van Jacobsen

  • Zitten op een stoel
  • Benen omhoog en uitstrekken naar voren
  • Tenen naar binnen (kuiten aanspannen)
  • Rug een beetje naar achteren (buikspieren)
  • Armen naar voren uitstrekken (licht gebogen)
  • Vuisten aanspannen
  • Schouders naar de oren
  • Gezichtspieren aanspannen (citroentje)

Oefening: Lateraal staan bij een muur met een uitgestrekte arm richting de muur, waarbij de handpalm tegen de muur wordt gebracht. Het is belangrijk om op dezelfde plek te blijven staan. Vervolgens de biceps ongeveer 30 seconden aanspannen. Na de spanning is de muur verder weg. De spieren zijn korter geworden.

Mindfullness

  • J.K. Zinn
  • 3 minuten ademruimte – Nellie Stiny – Coops (YouTube)

Energizing

  • Ademhaling
  • Fysieke warming-up
  • Energetiserende woorden
  • Transfer van energie (gebruiken van boosheid ten gunste van wedstrijd)
  • Doelen stellen
  • Pep talks
  • Inspirerende voorbeelden (video)
  • Muziek (bijvoorbeeld Eye of the tiger)

Concentratie

Filmpje met een wit – en een zwart team, waarbij beide teams een bal rond passen en wij moesten tellen hoe vaak het witte team de bal passte. Iedereen telde 13x. Daarna werd de vraag gesteld wie de moonwalkende beer had gezien, die door het gezelschap heen bewoog.

Filmpje

  • Test your awareness: Whodunnit.

Oefening: Volgen van vingertoppen. Twee personen doen de vingertoppen tegen elkaar aan waarbij een met bewegingen leidt en de ander volgt. Vervolgens moest de volger sommen uitrekenen waarbij de concentratie niet meer op het volgen lag.

Oefening: Cornflakes observatie oefening. Neem een bakje met cornflakes waarbij iedereen een cornflake moet uit het bakje pakt en observeert. Daarna doet iedereen de cornflake terug in het bakje en moet iedereen zijn eigen cornflake zien te vinden.

Cirkels van Eberspächer

  1. Ik en mijn taak
  2. Directe afleiding
  3. Denkstand/ analysestand
  4. Bezig zijn met slagen/ falen
  5. Gevolgen slagen/ falen
  6. Zinsvraag, wat doe ik hier

Opdracht: Vul de hand-out in over aandachtscirkels.

Wat zijn in een wedstrijd je belangrijkste taken?

  • Motiveren, stimuleren, complimenteren
  • In grove banen de speelstijl/ filosofie/ gameplan bewaken
  • Normeren door te wisselen

Wat kan jou afleiden van je taak?

  • Publiek
  • Collega coaches op de tribune
  • Speeltijd verwachting van spelers en ouders

Wat helpt jou om je aandacht weer terug te krijgen bij je belangrijkste taak?

  • Terug naar het doel
  • Afleiding herleiden aan het gedrag van een speler en wat de afspraken zijn

Wat kan je doen bij matige concentratie?

  • Bewust zijn van afleiding/ aandacht bij iets anders
  • Aandacht richten op belangrijkste taak
  • Verschillende mentale vaardigheden grijpen in op concentratie (spanningsreductie, energizing, doelen stellen)

Doelen

Waarom is het stellen van doelen belangrijk in de sport?

  • Resultaat gericht
  • Prestatie verhogend
  • Mogelijkheid tot succes
  • Meer grip op je spanningsniveau
  • Verhoogt motivatie
  • Verbetert prestatie
  • Verbetert concentratie
1: Ultime droomdoelProfbasketballer worden in Spanje
2: Lange termijn doel (einde jaar/ seizoen)Landskampioen worden/ in de basis staan
3: Korte termijn doel (3 maanden)Vrije worp percentage van 83%
4: Korte termijn doel (1 maand)Vrije worp percentage van 80%
5: Trainigs/ wedstrijd doelPositie bij man uiboxen, 6 rebounds pakken

Verschillende soorten doelen

  1. Resultaat doel (wedstrijd winnen)
  2. Prestatie doel (8/10 vrije worpen raakschieten)
  3. Proces doel (eindstand hand bij het schot, uitboxen, etc.)

Opdracht: Schrijf op welk doel je sporter helpt.

Midas van Bruggen, speler van BA RTC Noord MU14, heeft een enorme vooruitgang geboekt ten opzichte van wanneer hij bij ons begon. Hij is intrinsiek gemotiveerd om beter te worden en is verschillende spelers al voorbijgestreefd. Toch maakt hij onder hoge druk vaker dan andere spelers verkeerde beslissingen en laat erg makkelijk zijn schouders hangen.

Ik geef hem vaak aan om voor zichzelf een bepaalde prestatie te behalen, bijvoorbeeld: “Ik wil dat je in dit kwart belangrijk bent voor het team en je lay-ups raakt.”

Hoe houd je doelen op je netvlies?

  • Doelen stellen: proces, prestatie, resultaat
  • Doelen zichtbaar: ergens ophangen, met trainer/ coach afspreken
  • Beloning bij behaalde doelen
  • Afspraken met anderen/ trainingsmaatjes/ coach
  • Voorbeeld in jouw sport
  • Variatie in trainingen
  • Je bedenken wat je sport je op kan leveren

Gedachtentraining

G-schema

  • Gebeurtenis/ situatie: sterke tegenstander
  • Gedachten: dit gaan we nooit winnen (wat gaat er door je hoofd)
  • Ik moet “niet” vallen = ik moet vallen -> ik moet rechtop blijven staan
  • Gevoelens/ emotie: gespannen/ angstig (bang, boos, blij, bedroefd, beschaamd)
  • Gedrag/ prestatie: voorzichtig/ behoudend sporten

Voorbeelden negatieve gedachten:

  • Ik moet winnen, ik mag hier niet verdedigen
  • Het is verschrikkelijk als ik deze kans nu niet pak
  • Ik mag geen fouten maken
  • Het lukt ook nooit hè!
  • Ik mag geen fouten maken
  • Het is een ramp, het gaat weer net zoals de vorige keer
  • Ik kan het niet verdragen om achter te staan
  1. Bewust worden van beperkende gedachten
  2. Checken of gedachten realistisch zijn. Helpen ze mij?
  3. Alternatieve gedachten formuleren en toepassen

“Door veel negatief te denken worden de gedachten versterkt.”

Luc van Ommen

Wanneer je veel negatieve gedachten hebt worden deze negatieve gedachten versterkt; er worden meer neuronen aangemaakt. Denk vaker positief en uiteindelijk neemt deze positieve gedachte het over. Dit proces herhaalt zich tijdens rust/ slaap en versterkt het gevoel.

Mantra: voor een spiegel staan en tegen jezelf zeggen hoe geweldig je bent.

Welke mentale vaardigheid kun je toepassen?

  • De avond voor een wedstrijd/ belangrijke prestatie?
  • De ochtend voor de wedstrijd/ belangrijke prestatie?
  • Op weg naar een wedstrijd/ belangrijke prestatie?
  • Vlak voor de wedstrijd/ belangrijke prestatie?
  • Voor of tijdens je taak?
  • Bij een tegenvaller?

Visualisatie – wat is het?

Haal goede momenten terug en speel deze af in je hoofd.

Effecten:

  • Verbeteren techniek
  • Afname spanning in wedstrijd
  • Vergroten zelfvertrouwen

Communicatie en de Roos van Leary

  • Inhoud (wat vertel je)
Roos van Leary
  • Boven/ tegen: sarcast/ doordouwer/ agressieveling
  • Tegen/ onder: Nee-zegger, (aan)klager, …
JIJANDER
DOMINANTIEBovenOnder
OnderBoven
SAMENWERKINGSamenSamen
TegenTegen

Conclusie: door bewust een andere positie in te nemen beïnvloed je de interactie.

Oefening: Zet de volgende uitspraken in de Roos van Leary:

  • Deur dicht
  • Doe de deur dicht

Filmpje: Ton Boot Methode Boot

Vraag: Waar zit Ton Boot met zijn uitspraken in de Roos van Leary?

Reflectie BT4 Workshop 7 – 11-02-2017

  • Wat liep er volgens de cursist goed in de workshop?
    •  Duidelijke uitleg van de expert en veel interactie met de cursisten.
  • Voldeed de workshop aan de verwachtingen; wat ga ik gebruiken?
    • Ja. Ik ga het stellen van doelen (droomdoel, lange termijn, korte termijn, etc. beter inzichtelijk maken en onderdeel maken van het spelersprofiel.
  • Wat heb ik, als deelnemer / cursist, van geleerd?
    • Doelen: procesdoel, prestatiedoel en resultaatdoel. Dat je met het G-Schema spelers vragen kunt stellen waardoor ze anders (vooral positiever) over dingen gaan denken.
  • Waar ga ik me zeker verder in verdiepen?
    • Faalangstcontrole en omgaan met verliezen. Het G-Schema om negatieve gedachten te kunnen minimaliseren.
  • Heb ik antwoord gekregen op mijn vragen?
    • Na eerdere workshops over dit onderwerp, waaronder recent Sleutelvaardigheden Prestatiegedrag van sportpsycholoog Hardy Menkhorst, had ik geen specifieke vraag voor Luc.